29 april 2008

Het Samenkleven(2)


Sinds het proletariaat ter lande ook een snuifje van de welvaart mee mag p(r)ikken, wil elke hedendaagse plebejer twee keer per jaar op vakantie en dan liefst ook nog zo ver mogelijk weg. Europa is geen optie meer, het moet nog verder. Niet alleen natuurlijk, maar liefst met hele volksstammen tegelijk, in vele gevallen niet gehinderd door enige kennis van de cultuur, taal, geografie en etnologie.
Nog voordat het doek voor de regenwouden, poolkappen, berggorilla’s en Oostenrijkse incestplegers gevallen is, willen ze deze verschijnselen zelf bezoeken, zich vaak niet bewust van het feit dat ze op deze manier eigenhandig een steentje bijdragen aan de vernietiging van de laatste natuurgebieden op deze aarde.

De Frater is zo onderhand doodziek van dit reisbarbarisme en besloot om vorig jaar in zijn vakantie, twee weken met de fiets door Nederland te trekken. Een land waarin ik geboren ben, maar dat ik grotendeels alleen maar vanuit de schoolboeken, atlas en tv-reportages ken.
Fijn om eens in onbekende plaatsen de tent op te zetten, de taal vloeiend te kunnen spreken, bekend zijn met de geografie en de plaatselijke cultuur en zo met al deze kennis als achtergrond, de natuur volledig in je op kunnen nemen. De laatste ook nog eens intact achter latend door mijn milieuvriendelijke en stille transportmethode.
Ik wist niet dat er nog zoveel moois in mijn eigen koud verklikkerland was.

Om mensenmassa’s te ontwijken ging de Frater begin Juni op pad. Zorgvuldig werden alle grotere volksattracties en megacampings vermeden. Overnachten op de camping bij de boerin en ’s ochtends in alle vroegte weer op de fiets om alleen te zijn met de stilte, natuur en
zadelpijn.
Maar zelfs op deze manier ontkwam ik er niet aan: de druktemakers en het Samenkleven.
Als ik weer eens dorstig en in gelukzalige eenzaamheid op een leeg terras een drankje nam, kwamen ze er alweer aan. De samenklevers, niet instaat om zelfstandig te recreëren, maar wel instaat om te zien dat de Frater dat deed.
Om dan ook iets van de Frater zijn gelukzaligheid op te vangen, werd steevast de tafel naast hem bezet, terwijl het hele terras voor de rest leeg was.
De Frater als lichtpunt in het duister.
Afgelopen met mijn eenzaamheid. Dan betaalde ik en stapte op de fiets, hun achterlatend met de mij ontstolen rust.
Waarom konden ze ook geen andere tafel nemen? Of een ander terrasje? Of een ander leven?
Waarschijnlijk omdat dit niet aan de wetten der samenkleving voldeed. Deze gebood hun namelijk om vanuit hun eigen leegte de volheid op te zoeken. Onbewust maar doelgericht.

Op de camping bij de boerin gebeurde het ook vaak. Als de Frater zijn tent klaar en ingericht had, zijn eten op en aan een wijntje en kruidenpijp lurkte, bleef de gelukzaligheid zelden onopgemerkt. Als betrof het een daad van barmhartigheid werd ik altijd wel weer bij het een of andere gezinnetje uitgenodigd om “lekker gezellig” een wijntje te drinken. Er moest weer gekleefd worden, nietwaar?
“Nou nee, vriendelijk bedankt. Ik moet nog mijn reisverslag maken en dan naar bed en weer vroeg op. Een prettige avond verder.”, was meestal mijn antwoord, daar het hier geen daad van barmhartigheid betrof maar meestal een van leegheid en eigen belang.
Een keer kwam de Frater bij gebrek aan boerin op de grote familiecamping terecht. Kermis was een betere benaming voor dit fenomeen in Groesbeek. De eigenaar had het goed begrepen: een betere samenkleving zorgt voor een dikkere portemonnee.
Een grote schreeuwende en telefonerende mensenmassa, stinkend naar zonnebrandolie, patat en bier en klaar om mij met hun allen even in te wijden in het samenkleven.
Zeg maar, beland in de anus van de samenkleving.
Dit was wel een dieptepunt in de, grotendeels leuke fietstocht door Nederland.
Ik kan het iedereen aanbevelen, met de fiets in eigenland, buiten het seizoen en bij de boerin, maar pas op voor de samenklevers!

Onderweg werd mij ook vaak de vraag gesteld waarom ik in mijn eentje op pad was en of ik de mensen niet miste?
Nou nee, absoluut niet!

Geen opmerkingen: