
Vanmorgen stond een kaartje kopen voor de Taraf de Haïduks als eerste op mijn programma. Om 10.00 uur ging de kassa van de Oosterpoort open en de Frater was de eerste klant vandaag.
“Hoeveel kaartjes wilt u hebben, Frater?”
“Nou eh, eentje mevrouw.”
“Das prima, mag ik uw postcode en huisnummer?”
Dat is nieuw voor de Frater. Om een kaartje voor een voorstelling in de Oosterpoort te kunnen kopen, hebben ze mijn adresgegevens nodig?
“Mevrouw u kunt € 22 van mij krijgen, maar mijn adresgegevens lijken mij niet noodzakelijk om een kaartje te mogen kopen.”
Ja mensen, het aanleggen van een database is zo’n lucratieve bezigheid, dat de afdeling kunst en cultuur zich er ook al mee bezig gaat houden.
De dame achter de kassa was blijkbaar niet van mijn repliek gediend en een onweer stond op losbarsten. Het gratis programmaboekje kon er niet meer bij haar van af, dat moest ik dan maar in de foyer opsnorren, tussen alle andere reclame. Ik wenste haar nog een fijne dag en ging naar op zoek naar mijn fiets, de zon scheen en de wereld wachtte.
Sneu vindt de Frater zoiets, dat een arbeider zich persoonlijk aangevallen voelt, als een klant niet ingaat op een vraag van hogerhand. Een verzoek dat de arbeider in opdracht van zijn/haar baas moet vragen, niets persoonlijks, gewoon werk en in mijn geval zelfs geen werk.
Mevrouw achter de balie had zich als hoogste doel gesteld; het tevredenstellen van haar superieuren, daar waar ik altijd ‘de klant is koning’ met de paplepel ingegoten kreeg.
Ik kom dit soort verzoeken de laatste tijd meer en meer tegen en daar waar het niet noodzakelijk is, zal men van mij geen gegevens krijgen. Men hoeft geen adresgegevens, telefoonnummer, bankrekeningnummer, kenteken van mijn auto of schoenmaat als ik bij de kruidenier om de hoek een pakje koffie ga kopen. Hij verleidt ons met een bonuskaart, waarmee kortingen op sommige artikelen verkregen wordt. Laat men de bonuskaart scannen, om een paar centen korting te verkrijgen, wordt meteen onze hele inkoop in de computer opgeslagen. Ook ons koopgedrag probeert men dus in een database te verwerken.
Om dezelfde reden betaal ik dan ook NOOIT met mijn bankpas. Ik ga eerst naar de flappentap en betaal vervolgens cash, dat wat ik nodig heb. Ik sta dan ook altijd verbaasd over het feit dat zoveel Nederlanders onwetend en niet nadenkend aan deze systemen meewerken. Ja, ik vermoedde het allang: In elke Nederlander schuilt een spion!
Straks moeten we nog een pasje aanschaffen om naar de wc te mogen. Kunnen ze het toiletbezoek van de medemens gaan registreren.
Ik zal woensdag de proef op de som doen in de Oosterpoort bij de Taraf de Haïduks, waar het bier weer ruimschoots zal vloeien en mijn blaas frequent geleegd moet worden.
Zonder vertoon van een legitimatiebewijs natuurlijk!